We hebben geleerd hoe we een landschap kunnen tekenen met dieptewerking.
Belangrijk daarbij is dat je weet dat iets wat veraf staat klein en iets dat dichterbij staat groter getekend wordt. Dus hoe dichter een object bij de horizon staat, hoe kleiner het wordt. Om nog meer dieptewerking te krijgen, is de voorgrond opgedeeld in stukken. Dat noem je coulissen. Elk deel (coulisse) werk je dan verder uit. Om de dieptewerking nog verder te versterken, maken we gebruik van repoussoir. Dat betekent dat iets groots op de voorgrond over de objecten van de achtergrond getekend wordt. In dit geval een boom. We hebben gewerkt met een HB, 2B en 6B potlood.
Reactie plaatsen
Reacties